De strijd tegen de Aziatische hoornaar vereist effectieve methoden voor het lokaliseren van hun nesten. De Jersey methode, die sinds 2019 op het eiland Jersey in gebruik is, heeft zich bewezen als een doeltreffende aanpak. Deze methode gebruikt de Wiekpotmethode, een innovatieve techniek voor de opsporing van Aziatische hoornaarnesten, zonder de insecten te schaden. In deze gids lichten we de stap-voor-stap procedure van de Jersey methode toe, waarbij we de unieke aspecten van de Wiekpotmethode benadrukken.
Inhoudsopgave
Op het eiland Jersey gebruiken ze sedert 2019 deze techniek die gebaseerd is op wiekpotten met lokstof. Dit zijn potten die in tegenstelling met wespenvallen de hoornaars in leven laten in plaats van ze te laten verdrinken. Het principe is dat vanop deze wiekpotten de vliegrichting van de hoornaars bekeken wordt. In het ideale geval worden hoornaars ook gemerkt (vooral als de wiekpot door meerdere hoornaars bezocht wordt is dit nodig) omdat zo de vliegtijden berekend kunnen worden. hierdoor is dit een van de grote methodes geworden voor de Opsporing Aziatische hoornaarsnesten!
Hoe ga je praktisch te werk?
Stap 1: Wiekpot: Wat is het en hoe maak je het?
Een kernonderdeel van de Jersey methode is de Wiekpot. In tegenstelling tot traditionele wespenvallen, die insecten doden, laat de Wiekpotmethode de hoornaars leven. Dit is cruciaal voor het volgen van hun vliegrichtingen en het identificeren van hun nesten.
Het Ontwerp van de Wiekpot
Een wiekpot bestaat uit een pot met daarin een wiek, die een speciale lokstof naar boven trekt. Deze wiek kan gemaakt worden van alledaagse materialen zoals een swiffer poetsdoek. Het is van belang om de doek eerst te koken om alle sporen van zeep te verwijderen. Het deksel van de pot wordt doorboord met een gat van ongeveer 4 mm. Het is essentieel dat de wiek het gat volledig afsluit om te voorkomen dat de hoornaars verdrinken.
De Lokstof
Voor de lokstof kunt u kiezen voor een commercieel product zoals Trappit van Edialux, of zelf een mengsel maken van droge witte wijn, bier en suiker. De suiker dient om de hoornaars aan te trekken, terwijl de alcohol bijen en wespen weghoudt. Dit is een subtiele balans die essentieel is voor de effectiviteit van de wiekpot.
Plaatsing van de Wiekpot
Plaats de wiekpot op een strategische locatie: idealiter net onder ooghoogte en op een open plek. Dit maakt het gemakkelijker om gemerkte hoornaars te herkennen en hun vliegrichting te observeren.
Stap 2: het merken van de hoornaars.
Als een wiekpot op een goede plaats hangt, kan hij na enkele uren al bezocht worden door hoornaars. Om er zeker van te zijn dat je dezelfde hoornaar ziet, dien je deze te merken. Bij een pot die druk bezocht wordt, moet je dus verschillende merktekens gebruiken. Je kan gebruikmaken van Opalith merkplaatjes, of met een merkstift. Daarvoor moet je de hoornaar vangen en in een merkbuisje met stamper plaatsen. Een merkplaatje breng je aan op het borststuk met een beetje houtlijm of was. Na het merken laat je de hoornaar de volledige ruimte van het merkbuisje gedurende 1 minuut zodat de lijm of was kan opdrogen. Daarna laat je de hoornaar terug vrij. Meestal zal het daarna een tijd duren vooraleer de hoornaar terugkomt naar de wiekpot, soms vrijwel meteen. Als je een dag erna terug gaat, dan zal de hoornaar ook wel terug zijn.
Stap 3: opmeten van tijden en vliegrichtingen.
Van elke gemerkte hoornaar noteer je nu de tijd dat ze aan de wiekpot vertrekt en daarna er terug is om een volgende lading suikers op te halen. Deze tijd is van belang. Een vrijwilliger van Jersey heeft uitgerekend dat 1 minuut overeenkomt met 100 meter. Blijft een hoornaar na het drinken dus 3,5 minuten weg, dan zit het nest ongeveer op 350 meter afstand. Een enkele tijdmeting volstaat echter niet. Herhaal de tijdmeting minstens 5 keer en neem er het gemiddelde van.
Twee type hoornaars die verschillen in de taak waarin zij gespecialiseerd zijn komen drinken van de wiekpot. Enerzijds de eiwitverzamelaars die sporadisch komen bijtanken en zeer uiteenlopende tijdmetingen geven. Anderzijds de suikerverzamelaars die voortdurend de afstand tussen het nest en de wiekpot afleggen en wél consistente tijden geven. Een hoornaar die tot het eerste type (eiwitverzamelaar) behoort komt minder vaak voor op de wiekpot, maar kunnen je metingen stevig in de war sturen. Het komt er op aan om de aandacht te vestigen op één of enkele betrouwbare hoornaars die suikers verzamelen voor het nest.
Wiekpotten en tijdmetingen werken niet altijd en overal. Té dicht bij het nest (100 m) zijn de hoornaars niet snel geneigd om de wiekpot te bezoeken. Té ver van het nest is het voor de suikerverzamelaars niet meer rendabel om zo ver te vliegen. De wiekpot werkt het best tussen 100 m en 500 m rond het nest.
Stap 4: vliegrichtingen en tijden op kaart uitzetten.
Om goede metingen te hebben, moet je minstens 5 metingen per hoornaar hebben. Hoe meer metingen, hoe beter. Daarmee ga je aan de slag om je vliegrichtingen en tijdsaanduidingen op kaart uit te zetten. Als je maar 1 wiekpot gebruikt en is de tijd meer dan 5 minuten, dan kan je de wiekpot in de vliegrichting 100 meter verplaatsen. Na enige tijd zouden de hoornaars deze wiekpot moeten vinden en zou je tijden korter moeten zijn. Misschien merk je dat de vliegrichting licht afwijkt, want een hoornaar volgt niet altijd een rechte lijn naar haar nest maar maakt gebruik van landschapskenmerken. Idealer is meerder wiekpotten uitzetten. Dan kan je op een kaart cirkels trekken volgens het principe van 1 minuut = 100 meter, en aanduiding van de vliegrichting. In het voorbeeld van De Pinte waren er 2 nesten, aangeduid met een rode bol. Het voorbeeld uit Heule is met minder wiekpotten en volledige cirkels.
Om te voorkomen dat onbewaakte wiekpotten worden verwijderd wordt aangeraden er een informatieblad bij te plaatsen: